Alpenvreugde / 12-09-2011

Voor het eerst sinds een paar jaar gaan we weer op vakantie samen met een bevriend gezin. Zoonlief houdt niet van vakantie en dan is het de beste optie gewoon lekker thuis blijven. Maar dit jaar dus een experiment. Óf het mislukt en we doen het nooit meer óf het bevalt.

Het is niet eenvoudig om met zijn zessen te bepalen waar de reis naar toe zal gaan. Zo reizen we voorafgaand aan de daadwerkelijke vakantie van Italië naar Oostenrijk, naar Bretagne en weer terug naar Oostenrijk. Na een paar avondsessies campinggidsen en internetsites doorspitten stellen we per gezin een top 3 op, die geen enkele match oplevert. Dan besluiten we tot een etentje om de zaak eens goed door te spreken en de knoop door te hakken. De gemoederen lopen hoog op en uiteindelijk hebben we nog 15 minuten over om daadwerkelijk een keuze te maken. En het lukt! We gaan, we durven het bijna niet te zeggen, naar camping Alpenfreude...

De avond voor vertrek barst een al lang smeulende bom tussen moeder en zoon. En zoon loopt om half 10 briesend het huis uit. De timing kon niet beter! Want we willen de volgende ochtend om 5 uur vertrekken…..Gezien de omstandigheden krijgt de avond het best mogelijke verloop. Zoon komt om 11 uur weer thuis, neemt plaats op de verst afgelegen fauteuil, waar nooit iemand zit. Ik schenk een kopje thee voor hem in en we kijken gedrieën verder naar – oh moeder van alle ironie – ‘In Therapie’, waar het deze avond handelt over woede.

De volgende dag vertrekken we om 7 uur. Niemand spreekt meer een woord over het gebeurde en we hebben een genoeglijke reis. Ook de tweede reisdag verloopt voorspoedig. Zodanig dat wij zelfs om half 11 ’s ochtends aankomen op camping Alpenfreude, alwaar ons de inmiddels traditionele vakantieschok wacht. Een deprimerende caravan tussen een met prikkeldraad afgerasterde verwaarloosde minigolfbaan en het toiletgebouw ingeklemd. Je ziet niets van het prachtige landschap, waar we ons wel in blijken te bevinden. We zien alleen maar andere caravans. Eigenlijk wil je niet in de caravan zijn en ook niet erbuiten. We voelen ons gevangen in een oord waar we zeer beslist niet wensen te zijn. En wederom traditiegetrouw denken we: ‘Waarom doen we dit eigenlijk? Terwijl we een prachtig comfortabel huis en een heerlijke tuin met veel privacy hebben? Waarom doen wij dit onszelf aan?’ Wij krijgen een antwoord uit de hemel in de vorm van uren durende slagregens….

De volgende ochtend na een nacht in te korte bedden, zitten we in de voortent aan het ontbijt. Casper is tot onze verrassing vroeg uit de veren. Stukken vroeger als thuis het geval was. En tot onze nog grotere verbazing heeft hij er zin in en laat hij zich niet weerhouden door rare caravans, slechte standplaatsen of regenbuien. Heerlijk, in ieder geval iemand die er zin in heeft! Dat is een opbeurende ervaring uit een onverdachte hoek. Op creatieve wijze oefent hij met een strandbal in de voortent zijn voetbaltechniek. Totdat er plotsklaps iemand van buiten de voortent open ritst en uit het niets een tirade afsteekt of Casper onmiddellijk op kan houden met dat klere geluid van die bal en dat zijn zoon (het is inmiddels 10 uur ’s ochtends) er niet van kan slapen. We zijn alle drie te verbouwereerd om iets te zeggen. Beurtelings kijken we elkaar aan. Maar het is duidelijk: naast dat we ingeklemd zitten tussen het toiletgebouw, waar we alle dagelijkse conversaties tijdens het tandenpoetsen en de afwas perfect kunnen volgen en het minigolfterrein, waar zich nog geen levende ziel op heeft vertoond, blijken we ook nog een boze buurman naast ons te hebben wonen…
Casper gaat zwemmen in de regen en Mick en ik rollen ons in onze slaapzakken op in bed en lezen een boek, met – en dat moet zeer beslist gezegd worden – een fantastisch leeslampje…

Geen reacties