Aandacht en de Nachtwacht / 21-02-2014

In het kader van laten we iedere vakantie als gezin iets ondernemen, was ik afgelopen maandag samen met man en zoon in Amsterdam. Zorgvuldig terloops had ik een dagje shoppen geopperd met een bezoek aan het Rijksmuseum, vluchtig refererend aan allerlei achterstallige CKV-verslagen (culturele kunstzinnige vorming). Na 16 jaar ouderschap raakt een mens bedreven in koppelverkoop en andere listige tactieken

om zoon uit zijn monomane voetbal en chill modus te bewegen. Om enige focus en structuur in ons uitstapje te brengen reserveerde ik een rondleiding. Een enorme aanrader!

Pierre Cuypers die als architect in 1895 dit museum opleverde vanuit zijn verlangen naar een ‘kerk voor de kunst’. En een koning Willem III die weigert het museum vanuit zijn calvinistische achtergrond te openen. Het is een wonder zoonlief luistert en loopt al fotograferend rond. En dan komen we natuurlijk bij de Nachtwacht, waarop de in die tijd meest invloedrijke schutterij van Amsterdam staat geportretteerd. Rembrandt breekt in de Nachtwacht met de bestaande traditie, waarin de schutters op zijn mooist uitgedost poseren op een rij, en met op ieder een spotlicht, zodat iedere schutter even goed tot zijn recht komt. Maar het schilderij wordt er ook statisch door en er is weinig dieptewerking. Rembrandt wil meer leven in zijn schilderij. Hij maakt een ‘action painting’. Op het schilderij is er letterlijk veel beweging. We zien hoe de schutterij erop uittrekt om aan het werk te gaan, waarbij Rembrandt prachtig gebruik maakt van het contrast tussen licht en donker, waardoor diepte ontstaat, dat bijdraagt aan de ervaring van levendigheid. We zien ook een jong meisje en een hondje, we zien banieren en wapens. Wat nu een wereldberoemd schilderij is, bezorgde Rembrandt destijds hoofdpijn. Omdat iedere schutter individueel een bedrag betaalde om geportretteerd te worden, voelden velen zich tekort gedaan. De vernieuwing werd niet gewaardeerd en Rembrandt heeft de 20 jaar die daarop volgden dergelijke opdrachten niet meer gekregen omdat men keek vanuit een individueel belang en niet vanuit het geheel, de samenhang, de sfeer, de vitaliteit, de diepte.

Is dit niet een vergelijkbaar vraagstuk dat wij in organisaties tegen komen? Zien we contrasten als iets dat ten goede komt aan werkprocessen of egaliseren we die weg in modellen en tabellen? Gaan we voor wat er aan de buitenkant goed uitziet, of organiseren we vanuit aandacht die de levendigheid faciliteert? En hebben we het lef om organiseerprocessen anders te bezien en op vernieuwende wijze vorm te geven? En zijn we bereid om de weerbarstigheid die ook Rembrandt ondervond uit te houden omdat we iets doen wat er toe doet en waarin we geloven? Ik voelde me in ieder geval gesteund door deze beroemde schilder. En ik was blij met een zoon, die uit zijn comfortzone stapte en voet zette in een voor hem nieuwe wereld, de kerk van de kunst, en de twee schilderijen fotografeerden, de baanbrekende Nachtwacht en de bestaande traditie. Je weet nooit waar het zaad valt en wanneer het zal ontkiemen....

 

 

Henk, 03-08-16 11:52:
Hallo Margret,

Er is nog (en weer) zoveel herkenbaar in je verhaal. Ik zou jouw expertise en gevoel direct weer toepasbaar kunnen maken, hier, in een totaal andere setting als destijds van mij met Ax. Met als vraag: kan je een narcist veranderen? Over je stukje: de taalpurist die ik ben leest fotografeerde (zonder n). Mailtje doen?